Hommels zijn in vergelijking met andere bestuivende insekten zoals honingbijen zeer effectieve bestuivers. Ze kenmerken zich door een hoog werktempo (bezoeken bijvoorbeeld per minuut 2 keer zoveel bloemen als honingbijen) en zijn vanwege hun grootte in staat relatief zware lasten te dragen, waardoor ze langdurige fourageervluchten kunnen maken. Bovendien zorgt hun relatieve grootte ervoor dat ze vaak beter in contact komen met meeldraden en stampers dan bij kleinere insekten het geval is.

Hommels stellen bovendien relatief geringe eisen aan de omstandigheden waaronder ze in aktie komen. Ze voelen zich meer op hun gemak in kassen/tunnels dan bijvoorbeeld honingbijen, zeker als het gaat om kleinere ruimtes. Ze zijn nog aktief bij relatief lage temperaturen (rond 10 °C) en lage lichtintensiteit en laten zich zelfs door sterke wind en een zachte regen niet weerhouden.

In 1987 werd bekend dat hommels een prima alternatief zijn voor handmatige bestuiving van tomaat. Koppert is toen direct begonnen met het kweken van de aardhommel Bombus terrestris. Inmiddels worden hommels wereldwijd gebruikt voor de bestuiving in tomaat. Met als resultaat enorme besparingen op arbeidskosten, verbetering in vruchtkwaliteit en soms zelfs productieverhoging.

Een belangrijk voordeel van hommels ten opzichte van honingbijen is het ontbreken van een communicatiesysteem. Honingbijen brengen elkaar door middel van de zogenaamde bijendans op de hoogte van de aanwezigheid van een eventuele aantrekkelijke voedselbron buiten het gewas waarin hun bestuivingsactiviteit gewenst is; met als gevolg dat de bijen massaal kunnen vertrekken. Bij de hommels ontbreekt een dergelijke communicatie. Mocht een individu elders een aantrekkelijke voedselbron vinden, dan kan zij dat niet aan haar nestgenoten meedelen; de overige hommels zullen dus gewoon in het gewas aan het werk blijven.

Een verder voordeel van hommels in vergelijking met honingbijen, dat vooral in fruitgewassen tot gelding komt, is het feit dat zij binnen het gewas minder plaatsvast zijn, d.w.z. vaker/sneller van de ene boom naar de andere vliegen. Dit komt de in het fruit veelal noodzakelijke kruisbestuiving (vooral wanneer die afhankelijk is van stuifmeel van speciale 'bestuiver-bomen') ten goede.

Welke hommels worden gebruikt?